Bloedsuikerspiegel

 

Glucose - Suiker

Gewichtsbeheersing, sportprestaties, werkprestaties, vitaliteit wordt in belangrijke mate beïnvloed door een evenwichtige bloedsuikerspiegel. Glucose in het bloed bepaalt onze bloedsuikerspiegel. Een evenwichtig bloedsuikergehalte is belangrijk voor het goed kunnen functioneren van het lichaam. 

Bloedsuikergehalte:

  • Vóór de maaltijd is deze ongeveer 4 mmol/liter

  • Na de maaltijd is deze ongeveer 8 mmol/liter

    Afbeeldingsresultaat voor bloedsuikerwaarde grafiek 

    Regeling bloedsuikerspiegel

    2 belangrijke hormonen die betrokken zijn bij de energiestofwisseling: 

  • Insuline zorgt voor een daling van de glucose

  • Glucagon zorgt voor een stijging van de glucose

De juiste koolhydraten

 

  • Koolhydraten

    Alle koolhydraten die wij eten worden door de spijsvertering en de stofwisseling omgezet in glucose, een enkelvoudig koolhydraat. Deze glucose wordt door ons lichaam gebruikt voor het leveren van energie. De energie die over is wordt opgeslagen als glycogeen in de lever en spieren. Zit deze voorraad vol, dan wordt de restenergie opgeslagen in het vetweefsel.

    Na de maaltijd neemt de hoeveelheid glucose in het bloed toe. Het hormoon insuline zorgt voor transport van glucose uit het bloed naar de lichaamscellen en -weefsels. Deze glucose kan in de cellen dan gebruikt worden voor het leveren van energie. Een gezond voedingspatroon zorgt ervoor dat de spijsvertering en de stofwisseling optimaal verlopen, zodat de juiste hoeveelheid insuline afgegeven wordt. Het glucosegehalte daalt daardoor geleidelijk.

    Glycogeen is een reservevoorraad energie die in het lichaam opgeslagen is in de lever en spieren. Glycogeen bestaat uit een lange reeks glucosemoleculen. Het hormoon glucagon maakt uit glycogeen glucose vrij, zodat er glucose in het bloed komt. Een stijging van het glucosegehalte in het bloed. Insuline en glucagon zorgen dus voor een evenwichtige bloed-suikerspiegel tussen de 4 en 8 mmol/liter.

    GI factor

    GI- Factor Glyceamische index 

    Zuivere glucose veroorzaakt de grootste stijging in bloedsuikergehaltes. Alle andere voedingsmiddelen hebben een kleiner effect als ze toegediend worden in gelijke hoeveelheden koolhydraten. Glucose dient daarom als referentie voor de classificatie van de invloed van voedingsmiddel op de stijging in bloedsuikergehaltes. We spreken hierover de GI- factor. De GI- factor van zuivere glucose is vastgesteld op 100 en elk ander voedingsmiddel is gerangschikt op een schaal van 0 tot 100, volgens zijn daadwerkelijke effect op de bloedsuikergehaltes. 

    Glycaemische index

    Onze voeding bestaat uit vetten, eiwitten en koolhydraten. Deze laatste vormen de grootste groep. GI- factor, de glycaemische index, is een goed instrument voor de voedingsbehandeling van diabetes, gewichtsverlies en sportprestaties.

  • Voedsel met een lage GI-factor helpt mensen om hun honger, appetijt en bloedsuikerspiegel te beheersen.

  • Voor betere sportprestaties neemt een atleet voor de wedstrijd laag-GI- voedsel tot zich en na de wedstrijd vult voedsel met een hoge GI-factor de energievoorraden sneller aan, waardoor de atleet sneller herstelt.

    Bloedsuikerspiegel 

    De GI- factor (glycaemische index) van voedsel is niets meer dan een classificatie van het onmiddelijke effect van voedsel op de bloedsuikerspiegel.

  • Voedsel met koolhydraten die tijdens de vertering snel afbreken, bezit de hoogste GI- factor. De bloedsuikerrespons is snel en hoog.

  • Voedsel met koolhydraten die langzaam afbreken en geleidelijk glucose vrijlaten in de bloedstroom, bezit een lage GI-factor.

    Afbeeldingsresultaat voor bloedsuikerwaarden

    Vergelijk

jam                                                        GI

65

fruitbeleg (jam zonder toegevoegde suiker) GI

30

 

 

cornflakes GI

85

 

 

quinoa GI

35

 

Zie hele GI Tabel

 

Om een onevenwichtige bloedsuikerspiegel te vermijden:

  • Gebruik van volwaardige, natuurlijke voeding. Quinoa, havermout en boekweit heeft een GI- factor lager dan 40!

  • Gebruik van een samengestelde maaltijd. Vuistregel: voedsel met een hoge GI- factor + voedsel met een lage GI- factor = maaltijd met een tussenliggende GI- factor. 

  • Voeg eiwitten en vetten toe aan de maaltijd. Deze bevatten nagenoeg geen koolhydraten en hebben dus geen glyceamische lading.

  • Door een regelmatig voedingspatroon met voldoende eetmomenten – ontbijt, lunch, warme maaltijd en twee of drie tussendoortjes- op tijd, niet te veel, wordt je lichaam de hele dag voorzien van de nodige energie op een gelijkmatige wijze. Voeg laag GI- voedingsmiddelen toe zoals zuivel, noten en peulvruchten.

  • Vermijd tussendoortjes met een hoge GI- factor. Limonade, gebak, koekjes, snoep en industriële producten met toegevoegde suikers; deze hebben een hoge GI- factor.

  • kies uit alle 4 de productgroepen voor natuurlijke voeding.